De bedoeling was dat ik nu alles wat ik het afgelopen half jaar heb meegemaakt eens even ‘een plaats zou gaan geven’. Om de grote lessen die ik geleerd heb begrijpbaar te formuleren, maar het valt me zwaar. Of beter gezegd, het valt me überhaupt niet.
Teruggekomen in Nederland was mijn verachting dat ik alles anders zou zien dan vroeger. Dat is ook wel zo maar het manifesteert zich nog niet heel duidelijk. Mijn dagelijkse routine is weer precies hetzelfde. Mijn gevoel bij alles wat ik doe is niet echt veranderd ten opzichte van voor ik vertrok. Ik ben hooguit wat getergder bij tijd en wijle, zoals een afgeschreven opa die continu loopt te mopperen op het heden en zaligheid vindt in het verleden.
Ik ben meteen weer gepakt door iets wat ik niet kan benoemen. Het ‘s avonds-buiten-spelen-gevoel (Jansen, 2009) is verdwenen, er zit weer een rem op m’n hele denken. Alsof ik weer verkouden ben en rondloop met een verstopte neus.
Het gevoel van thuis zoals ik dat ooit had ga ik denk ik nooit meer krijgen. Nederland was het centrum van de wereld, mijn thuis. Korea was gewoon ver weg van ‘de wereld’. Ik ben/was Nederlander en elke keer als ik naar het buitenland was geweest voor vakantie was het alsof er een gigantisch elastiek was, vastgebonden aan een paal van een kilometer hoog, die mij altijd razendsnel terugtrok naar mijn thuishaven. Dan voelde ik me weer fijn en was alles weer rustig en ontspannen.
Rustig en ontspannen ben ik vandaag de dag (bijna een maand naar vertrek uit Seoul) reeds nog steeds niet. Op het moment dat ik me rustig en ontspannen ben gaan voelen, thuis in Korea, is het elastiek gebroken. Nu loop ik in Nederland met een futloos flubberend elastiek om m’n enkel dat mij nergens echt heen trekt. Er is niet zo veel meer wat me richting geeft. Ik voel me als een topsporter die een week geleden met pensioen is gegaan.
Wie het gevoel niet kent kan het zich niet voorstellen. Wie altijd zijn persoon langzaam bijschaaft en zo-nu-en-dan-hier-en-daar eens wat probeert zal het niet zo ervaren, maar ervaringen als deze zijn risky business. “Goh Agnes, ja, ze is wel veranderd hé. Best schokkend.” Maar gelukkig zijn daar dan nog Huub, Ijsbrand, Wilma en Els die al jaren geen spat zijn veranderd, dus je hele sociale omgeving is nog behoorlijk in tact. Echter als je aan jezelf gaat sleutelen lijkt het alsof iedereen om je heen synchroon en zonder uitzonderingen zich anders gedraagt. Dat is raar.
Gelukkig kunnen we over een paar maanden weer lekker op deze periode terugkijken en er hard om lachen.