Neen. Ik heb me gister niet te pleuris gezopen met de locals. Zodoende heb je me gister avond niet kunnen betrappen op het luid verkondigen van het liberale ideal, zoals me dat nog wel eens overkomt na het nuttigen van een onbepaald aantal alcoholische versnaperingen. Daar is het namelijk het moment niet voor. Ik ben in m’n eentje, en ik zal vinden.
Sinds 27 december vorig jaar heb ik niemand echt meer gesproken. Dat is de bedoeling. Ik bekijk per dag waar ik heen ga. Waar ik beland heb ik vooraf geen weet van. Ik heb een plan waarvan later moet blijken wat het daadwerkelijk was.
Ik ben op een tropisch eiland in Thailand. De zon schijnt, ik ben omringd door plambomen, en ‘s ochtends wordt ik wakker door het geluid van omslaande golven. ‘Goh wat heeft die knul het leuk’, hoor ik je zeggen.
Dat valt mee.
‘Waarom voel ik me na een dag lang saai werk te doen op m’n werk, beter dan nu ik volstrekt vrijblijvend op een willekeurig tropisch eiland rondloop?’, vroeg ik me vandaag af. Omdat het leuker is om een appelsap te bestellen, dan een identiteitsloos glas water. En dat verklaart ook meteen de populariteit van het hebben van een levenspartner, en waarom mensen waarop je geen pijl kunt trekken ook tergend constant zijn.
Wat???!
Zoals ik het nu even kan inschatten is het prettig om iemand die jou goed kent om je heen te hebben mede omdat je dan voor jezelf duidelijker hebt hoe het er met jezelf voor staat. Je partner kent jou, en jij kent je partner goed. Alle dingen die jij bent of welke positie je inneemt worden pas zichtbaar als je het afzet tegen iets anders gefixeerds, het persoon van je partner. Als je geen referentiekader hebt, weet je niet waar je eigen dingen zijn. Of, als er geen beginpunt is, is het moeilijk te achterhalen waar je zelf bent aanbeland, of iets dergelijks. Aan de hand van je partner, achterhaal je jou eigen identiteit.
Daarom ook is het leuk om gezellig een mening te hebben met of tegenover je vrienden of collega’s.
“ Zo dus jij hebt nieuwe schoenen?!” “ Ja, zacht bruin.”
“ Naar Kos geweest. Leuk.”
“ Doe mij een appelsap.”
“ Laat ik eens niet zo gek doen. Doe mij een biertje.”
Of zelfs,
“Daar heb ik nou bepaald geen mening over.”
“ Ik heb die rommel niet nodig om mezelf te onderscheiden.”
Hierbij speciaal aandacht voor uiterlijke schoonheid; het snelst waarneembare waarin identiteit zich kan uiten, en fincieele status; het enige in identiteit dat nauwkeurig in cijfers uitgedrukt kan worden.
Enfin, ik heb nu dus geen kans m’n identiteit af te bakenen door alleen al een (of geen) hot-dog te bestellen onder het toeziend oog van iemand die me kent. Is weer eens wat anders. Misschien wordt het tijd dat ik als volwaardig Amerikaan, iets willekeurigs heel erg afkeur of goedkeur, en heel emotioneel doe over dingen die nergens echt invloed op hebben behalve m’n eigen identiteit. Go Yankees!
Vanavond ga ik voor de Long Island Ice Tea. “Of doe eigenlijk maar een Cuba Libre, mevrouw de bardame.” “Thank you. God bless you.”