Wat is in godsnaam het Korea-gevoel. Of voor mijn part het ‘ergens anders’-, ‘ik ben in ieder geval ergens mee bezig’ gevoel. Dat is me de vraag wel. Want buiten dat alle mensen er uit zien als Chinezen, het eten zus, het openbaar vervoer zo, verschilt er niet zo veel. En waarom is voor een Koreaan Korea heel zo gek niet, en verveelt een Koreaan in Nederland zich nooit?
Is iets pas interessant als je ergens het idee hebt dat iets te hoog gegrepen is, of in ieder geval hoger dan je tot nog hebt gegrepen? Is het voor een mens noodzakelijk om altijd meer te krijgen om zijn aandacht erbij te kunnen houden? Is het vergelijkbaar met het monetaire stelsel. Staat leent van bank, betaalt rente, zal dus altijd economische groei moeten realiseren dat gelijk is aan- of meer dan de rente die de bank vraagt, om het zooitje voort te kunnen zetten?
Ben ik op het moment dat ik het idee heb gekregen dat uitdaging leuk is, en geen uitdaging niet leuk, een lening aangegaan met mezelf? (Heeft iemand dit ooit eerder gezegd, is het cliché?) Moet het vanaf nu altijd allemaal indrukwekkender en meer, alsof ik een drugsverslaafde ben? Waar houdt het op?
Stilstand is achteruitgang. (Dat is er in ieder geval wel één.) The only way is up. (Welja.) Hoe meer interessante dingen ik doe, hoe meer oninteressante bezigheden ik creeer. Na elke indrukwekkende gebeurtenis ontwaardt dat wat er nog zou kunnen komen. Inflatie van dat wat ‘leuk’ is; het is nogal wat.
Wanneer is het eens een keer genoeg? Klaar, cash-out, vieren dat je hebt wat je hebt, voordat er iets gaat bepalen dat het daar te laat voor is. Wat is er mis mee om morgen te vieren dat gemiddelde welvaart tot het peil gekomen is waarop het nu is? Iedereen heeft geld zat voor voorgesneden stukjes fruit uit een pakje. Champagne! Voor elke drie procent economische groei een week Koninginnedag. Hup, schreeuwen en met bier gooien. Jaaa! Dat nemen ze ons niet meer af.
Waarom moeten anderen altijd bepalen wanneer een mijlpaal bereikt is? De vraag die ik al eerder stelde over het succes van ‘een dag hard werken’; hier is het (zoals altijd het voorlópig)antwoord.
Dat oeverloze gepieker en gezeur van mij op dit blog (wat in eerste instantie daadwerkelijk informatief was en nu alleen nog therapeutisch dienst doet) gaat zo ongeveer over alles. Het raakt kant nog wal en er is geen begin en geen eind, maar er is toch heel wat denkwerk nodig om eens iets ‘op papier’ te krijgen. Een half uur later blijkt steevast dat perfectie weer heel tijdelijk is.
Meer voldoening haal ik uit een dag oersimpel en bekrompen iets eenvoudigs tweehonderd keer doen op m’n werk. Als ‘de bel gaat’ rond 5-en ben ik voldaan. Het hoofdstuk is afgesloten. Of dat wat ik gedaan heb het lot van de wereld gaat veranderen valt te betwijfelen, maar hoe simpel ook, het is wel perfect gegaan. Er is geen enkele vraag bij me opgekomen en er is niks nieuws wat onzekerheid gaat brengen. Dat stemt.
Zo komt het gros van de beroepsbevolking ‘de dagen door’, al jaren lang. Iemand anders bepaalt wanneer jij stopt met denken, en dat bevalt mensen blijkbaar.
Zo, slotzin er tegenaan. Klaar:
Gelukkig zijn er ook weer meer dingen waarin ik het leuke juist wel ben gaan zien, en dat heeft nog steeds de overhand. Praise the Lord.