Als dissonant tussen het aproductieve gekloot (jaaaaaa, awesome) van de afgelopen dagen hebben we laatst zelfs echt iets gedaan.
Tussen het oerwoud van wolkenkrabbers liggen in Seoul vele stukjes bos. Waar de bergen steil omhoog schieten wordt niet gebouwd; is er plaats voor een geniaal park. Bukhansan National Park is er zo één. Een stukje bos waar de bergen steil omhoog schieten, er wordt niet gebo…..
Anyway, we hebben dus het hele eind omhoog gelopen over stenen, tussen bomen. Aan de voet van de berg gaat het niet zo steil dus is er ruimte om groepen klimmers met hetzelfde shirt aan af te zeiken. Vlakbij de top betrap je jezelf erop dat je er bij loopt (staat, kruipt) als een pasgeboren hertje. Ik klamp me vast aan mijn laatste strohalm, een stróhalm (aaaaaahhhhh hahahahahahaikmaakmgewoonhahahahaha). Als dat ijzeren hek het dus niet houdt val je als het tegen zit 200 meter naar beneden. Niemand doet daar moeilijk over dus wij zogenaamd ook niet.
Wanneer je dan na een lang verhaal boven bent is het uitzicht schit-ter-end. Tussen het oerwoud van wolkenkrabbers liggen in Seoul ve…. Omdat het park precies in het midden van de stad ligt is overal om je heen bebouwing. Je bekijkt de stad van een in verhouding zelfde hoogte als dat je dat van een uit de hand gelopen mierenhoop zou doen(?). In gedachten zie ik de woningen van 25 miljoen mensen zich uit het zicht vermenigvuldigen alsof het een celdeling betreft. Voor mij lopen 15 identieke gestalten in hetzelfde shirt langs. Voor 99% ben ik hetzelfde. (Voor het verhaal zou het natuurlijk leuk zijn als er een Koreaanse mevrouw met een kort satijnen rokje langs zou paraderen zodat ik een verhaal af kon steken over vermenigvuldiging en dat we uiteindelijk toch allemaal hetzelfde worden enzo, maar helaas was zij hier niet.)